Iedereen kent ze: plekken waar je vooraf geen enkel benul van had. Plekken waarvan je de naam niet eens kende. Plekken die na je bezoek vooral een schitterende verrassing bleken. Het overkwam mij tijdens een flitsbezoek aan de Elzas. Ooit gehoord van het stadje Turckheim? Nee? Had ik ook niet. Had ik maar…
20.00 uur. Vermoeid rijd ik door de stad Colmar. De gekleurde vakwerkhuisjes waar deze stad om bekend staat, passeer ik niet eens en ik doe er ook weinig moeite voor. Ik wil een accommodatie voor vannacht vinden. Zo snel mogelijk. De rit van Toscane, waar de bruiloft van mijn broer deze zomer plaatsvond, naar hier was lang en ik ben er ineens even helemaal klaar mee. Geef mij alsjeblieft een bed en een glas wijn – in omgekeerde volgorde natuurlijk. Vlak buiten de stad Colmar, iets over de helft van onze rit naar huis, schijnt volgens ons campinggidsje een prima camping te zijn waar wellicht nog plek is voor een tentje, die ergens achterin onze auto gepropt ligt. Ik rijd ernaartoe. Voor me doemen ineens wijnvelden op, vlak langs de weg. Ik heb dan mijn wijntje nog niet in handen, dit zicht mag er wezen. Mijn humeur verandert spontaan.
De volgende borden tonen aan waarnaar ik op zoek was: Turckheim. Het plaatsje waar volgens de gids de camping ligt. “Vous-avez encore une place, un nuit?”, vraag ik. Dat het daaropvolgende antwoord ‘oui’ is, maakt me gelukkig. Fijn, een slaapplek voor vannacht. Eindelijk! In sneltreinvaart zetten we onze tent op. Dan besluiten we een hapje te gaan eten in het centrum van Turckheim, op enkele meters lopen van de camping. De naam van het stadje doet ons lachen en klinkt ons niet heel glamoureus in de oren.
Dat beeld verandert echter wanneer we onder de stadspoort door lopen en Turckheim betreden. Met onze mond vol tanden staren we voor ons uit, kijken we om ons heen. Alsof we een sprookje zijn binnengewandeld. Zo mooi, zo vreselijk mooi. Vakwerkhuisjes, verscholen winkeltjes, restaurantjes… Turckheim blijkt een parel. Misschien wel het mooiste dorpje van de Elzas? C’est possible!